Wan Toe Frie

persoonlijke blog van Frieda Gijbels

Mijn mama was, toen ik klein was, een uitzondering in ons kleine dorp. Zij koos ervoor om te blijven werken toen ik geboren was en is dat blijven doen tot mijn oudste zoon geboren werd. In die tijd was dat niet vanzelfsprekend en ik moet zeggen dat ik hier en daar wel wat medelijden losweekte wanneer ik na school niet naar huis kon, maar naar mijn onthaalgezin “moest”. Nu wil ik daar meteen aan toevoegen dat mijn zus en ik het getroffen hebben bij dat onthaalgezin, waar ik tot mijn zesde leerjaar voor en na school en in de vakanties terecht kon. In die tijd was er geen sprake van ouderschapsverlof en halftijds werken was wellicht niet gebruikelijk, dus mijn mama werkte fulltime, nine to five. Waarschijnlijk voelde ze zich daar enigszins schuldig over, maar van de andere kant was ze, voor zover ik kan inschatten, gewoon goed in haar job en deed ze haar job graag. Werken werd in ons gezin nooit afgespiegeld als iets dat “moest”, maar als iets dat er bij hoorde en dat dus een deel van het leven was. De “work-life balance” was nog niet uitgevonden en daar werden dus ook geen vragen over gesteld. Van de andere kant zochten mijn ouders na de werkuren ook niet veel extra bezigheden op. Ook mijn papa had een drukke job en als hij thuis was van Brussel, dan was hij er ook, samen met mama, voor ons.  Er werd veel in de tuin gewerkt, we hadden dieren, er werd veel gedoehetzelfd en mijn zus en ik werden overal in betrokken.  Van het halen van hooi tot het bekleden van het plafond op de zolder.  Ik mocht knutselen, timmeren, boren, schilderen, nooit heb ik gehoord dat zoiets “niet voor meisjes” was.
Ondanks het medelijden dat ik kreeg van ouders van klasgenootjes, vond ik dat ik de beste ouders van de hele wereld had en was ik apetrots op hen.
Mijn ouders zeurden niet en leerden ons ook om niet te zeuren. Leerkrachten werden niet tegengesproken, uit school blijven kon alleen als er koorts bij te pas kwam. Ondanks mama’s afkeer van de kerk (wat ik pas later ontdekte), moesten we op zondag naar de mis (hoewel ze het ook niet zo erg vonden als ze mijn zus en mij “niet vonden” als we ons weer eens verstopt hadden om kwart voor tien).
Ze leerden ons ook om verantwoordelijkheid te nemen en nooit hebben mijn ouders aan ons getwijfeld. Ze steunden mij en mijn zus in onze studies, maar ze keken niet op onze vingers. Toen ik, net zoals mijn oudste zoon nu, in mijn zesde jaar van de humaniora zat en een studiekeuze moest maken, was geen enkele studiekeuze uitgesloten “omdat ik een meisje was”. Ik had het gevoel dat ik alles mocht worden wat ik wou. Dat was voor mij ook heel logisch. Ik ben helemaal niet bewust feministisch opgevoed, ik denk trouwens dat mijn mama het niet zo begrepen had op de “aanstellerige” dolle mina’s, maar dat mannen en vrouwen evenwaardig waren, dat was thuis een vanzelfsprekendheid. In die mate dat ik in de lagere school hevig protesteerde toen de zuster kwam vragen welke jongens er misdienaar wilden worden. Ik heb toen een heel betoog afgestoken tegen de zuster, omdat ik het niet eerlijk vond dat meisjes geen misdienaar konden worden. Toen de zuster een tijd later kwam vertellen dat ze het besproken had met de pastoor en dat ze besloten hadden dat nu ook meisjes misdienaar mochten worden, stond ze al klaar om mij op de lijst te zetten. Maar ik wou zelf helemaal geen misdienaar worden. Het was me puur om het principe te doen.
Gelukkig merk ik aan mijn dochter en zonen dat zij het heel logisch vinden dat meisjes en jongens gelijkwaardig zijn en de verhoudingen zijn op één generatie tijd ook bijzonder sterk veranderd.  Maar niet in alle gezinnen is dat vanzelfsprekend, zelfs vandaag niet. Daarom wens ik, op internationale vrouwendag, iedereen ouders toe die inzien dat meisjes een even grote rol kunnen spelen in de toekomst als jongens. Ik wens iedereen leerkrachten toe die meisjes en jongens kunnen enthousiasmeren en ervan overtuigen dat ze alles kunnen worden wat ze willen. Onderwijs voor meisjes is in veel landen, waar overbevolking en onderdrukking het leven moeilijk maken, de sleutel tot vrijheid en onafhankelijkheid. En ik wens ook iedere vrouw een boeiende job toe, waar ze haar creativiteit en passie in kwijt kan en een partner en een maatschappij die haar ondersteunen, zodat er geen plaats is voor schuldgevoelens. Net zoals ik dat iedere man toewens, overigens.
Hopelijk kunnen we die internationale vrouwendag dan snel reduceren tot een paragraaf in de geschiedenisboeken van onze kleinkinderen. Iets ouderwets en moeilijk te begrijpen.

IMG_5866.png

Plaats een reactie