“Ligt het nu aan mij?”, vraag ik mij dan af als ik mijn weekendportie kranten en tijdschriften heb verwerkt of als ik weer eens een reeks duidingsprogramma’s op radio en TV heb gehoord en gezien. Ligt het aan mij, ben ik een onverbeterlijke optimist? En zien de media het zelf niet en worden ze het niet beu? Hebben ze nooit eens zin om beide kanten van de medaille te bekijken, objectief te zijn, alle partijen te horen, uit te vlooien hoe het werkelijk zit?
Het negativisme en pessimisme dat ons door de media de strot en de oren wordt ingeduwd is toch van een ongehoord en ongezien niveau. En het uitgestreken gezicht en de sérieux die erbij worden tentoongespreid doen vermoeden dat ze het ook echt menen. Niets, maar dan ook niets blijkt volgens hen te functioneren. België is een “failed state”, justitie is een ramp, financiën een chaos, onderwijs een splijtzwam, het energiebeleid een catastrofe, geen cultureel beleid, defensie nul de botten, milieu en klimaat hopeloos, werk en economie veel te slap, de politici een stelletje amateurs… En zo voort. Dat is de boodschap die we van de media dag in dag uit moeten absorberen. Alsof de maatschappij en de democratie aan het wankelen zijn en er in de nabije toekomst een burgeroorlog zal uitbreken.
Het gekke is dat ik in een volledig andere wereld blijk te leven, of is er iets mis met mijn observatievermogen ?
In mijn leefwereld zie ik toch talloze erg positieve dingen. In mijn omgeving zie ik mensen die gewoon tevreden zijn, die naarstig werken, ik zie jongeren die erg gemotiveerd studeren en zich amuseren, ik zie onze gepensioneerden – met een weliswaar karig pensioentje – toch tevreden zijn en passioneel bezig zijn met hun hobby’s, ik zie onze erg goede gezondheidszorg nog beter en rechtvaardiger worden, ik zie de werkloosheid gestaag dalen, onze levensstandaard is dik in orde want in de weekends is het moeilijk een tafeltje te veroveren in een restaurant, we zijn sterk in sporten, we brengen culturele monumenten voort, het is nooit eerder gebeurd dat politici het huidige niveau van ethische waarden hanteerden, ik zie een samenleving die wel geschokt is door recente ongelukkige gebeurtenissen, maar die zich telkens enorm herpakt. En leg me nu dan eens uit waarom de media het vertikken deze boodschap uit te dragen.
Ja, er zijn “groepjes” egoïsten die uit eigenbelang een maximaal aantal mensen gijzelen, zoals de luchtverkeersleiders, de treinbestuurders, de cipiers. Een zéér klein aantal mensen dat zich voor de kar van een bepaalde politieke oppositie laat spannen. En telkens besteden de media weken aandacht aan zulke randfenomenen. Waarom worden de initiatiefnemers van zulke acties nooit gefileerd door de media? Waarom steeds opnieuw die negatieve communicatie? Als in de V.S. een journalist met wat ironie, of alleszins zonder de werkelijke toestand te kennen, schrijft dat België een “failed state” is, dan blijven onze journalisten dat doodernstig gedurende maanden herhalen in onze media, maar dan zonder de ironie te snappen of zonder de buitenlandse berichtgeving te weerleggen of te kaderen. Wat is er gaande met onze media? Behoren ze dan “allen” tot het zogenaamde linkse kamp? Is het een vorm van frustratie omdat het medialandschap grondig aan het veranderen is omwille van de digitalisering? Is het probleem de geleidelijke ontzuiling die vreet aan zo veel heilige huisjes? Als je je dagelijkse portie journalistiek aanhoort, neem maar Terzake en De Afspraak, dan voel je steeds weer die negatieve tendentieuze vraagstelling. Je zou er depressief van worden als er dat positivisme niet was dat vanuit de maatschappij toch steeds weer naar boven komt.
Ja, er zijn problemen met Justitie, maar misschien ook wel omdat de sector het altijd vertikt heeft zich aan te passen aan de digitale evolutie. Hetzelfde geldt voor de Waalse cipiers die weigeren efficiëntere werkmethodes te hanteren. En precies zulke groepen schreeuwen moord en brand. Fellere politieke daadkracht wordt bemoeilijkt en zelfs verketterd door de media maar is het enige dat het tij zal kunnen doen keren. Moed en doorzetting en duidelijke communicatie zijn nodig om verdere besparingen te realiseren. Uit de onderwijssector hoor je signalen die wijzen op veel besparingsmogelijkheden die daar nog mogelijk zijn, hetzelfde in de gezondheidssector. Op gemeentelijk en provinciaal vlak liggen nog mogelijkheden. Je hoort van alle kanten van burgers suggesties voor verdere gemeentelijke fusies, maar de vrijwilligheid is duidelijk de grote hinderpaal, want de schrik voor persoonlijk verlies blijkt behoorlijk groot te zijn.
Er zijn redenen zat om positivisme te propageren. Waar is de Journalist die de persoonlijkheid heeft om zijn nek uit te steken en uit de toon te vallen?
Frieda, in een drukke winkelstraat het volgend tafereeltje: twee gezinnen met elkaar in gesprek midden op de straat. Alle vier hebben hebben ze hun handen vol met hangende plastic zakken, boodschappentas en losse producten. Gespreksonderwerp ? Juist, de slechte tijd, hoe schandalig het wel is dat ‘we nog niet meer kunnen kopen wat we willen’ enz. enz.
De media hebben hun werk uitstekend gedaan: demotiveren, mensen de indruk geven dat ze onrechtvaardig behandeld worden, geluk is iets waar anderen voor moeten zorgen, niet jij zelf !! In de vorige eeuwen was het de taak van de kerk om ons voortdurend te herinneren aan de boosheid, de slechtheid, het onvolkomene waar wij mee te maken hadden. De media hebben die verfoeilijke taak over genomen. In onze maatschappij is het er met de voorhamer ingeramd: rechts is conservatief, achterlijk, anti-menselijkheid enz. Links daarentegen is progressief, menselijk en vooruitkijkend. Dat beeld wordt door media, vakbonden en organisaties dagelijks opgefrist, aangevuld en misbruikt. En zeg nu zelf, wie wil anti-menselijk zijn ? Zelf durf ik zeggen dat mijn veertigjarige onderwijsloopbaan een héél gelukkige tijd was: banken met frisheid gevuld, vriendschap en steun van collega’s, ouders én vooral van het jonge geweld. Idem in de verenigingen, Davidsfonds, zangkoor.. Dus voldoende contact om over allerlei problemen te praten. Jonge mensen die moesten meestaken, anders zouden ze gepest worden, uitgesloten enz. Recht op werk is een lachertje. Tijdens de eerste jaren van mijn loopbaan werd ik syndicaal afgevaardigde van het COV. Na enkele ‘inloop-vergaderingen’ in Hasselt had ik er al mijn buik van vol. je reinste indoctrinatie. Na een hevige woordenwisseling werd ik net niet buiten gegooid.
Wij, als klootjesvolk, betalen onze kranten, tijdschriften …om dagelijks uitgescholden te worden voor racisten, rechts tuig, achterlijk volk. De zelfbenoemde intellectuelen plegen achter hun veilige bureautjes hun artikels. Wij betalen onze vakbonden om ze in stand te houden, want die moeten de hete kolen uit het vuur halen. En vuur is er altijd, daar zorgen diezelfde vakbonden wel voor. Dus er ontstaat een collectief bewustzijn van ongenoegen, wantrouwen en ‘ocharme wij’…Terwijl héél véél mensen in werkelijkheid wél gelukkig zijn en het leven aankunnen.
Toch hebben wij allemaal een collectieve plicht: jongeren steunen en hoop geven, veel hoop…in een rechte pas, links-rechts !
Zeker in een rechte pas, links, rechts, en wij zingen : trek aan de riemen, wij varen