Zolang als ik weet hebben mijn ouders mijn zus en mij ingeprent om vooral “zelfstandige” te worden. In de verste verte niet in het kader van potentieel geldgewin, maar wel om de touwtjes in eigen handen te kunnen nemen. Om je plan te leren trekken. De dingen aan te kunnen pakken zoals jij denkt dat ze moeten gebeuren. Om direct resultaat te zien van de inspanningen die je doet. Om verantwoordelijkheid te nemen.
“Zie dat je vooral niet voor een baas moet gaan werken! “
Nu denk ik uiteindelijk dat werken in dienstverband ook diezelfde voldoening kan geven, tenminste met een overste die oog heeft voor zijn personeel en die mensen verantwoordelijkheid laat nemen. Maar de verhalen die mijn vader en mijn moeder mee naar huis brachten, over die bazen waar ze dan zelf voor werkten, waren niet van die aard dat het mij erg aanlokkelijk leek.
Of je nu zelfstandige bent of niet, uiteindelijk draait veel in het leven over verantwoordelijkheid nemen, je steentje bijdragen, inzet, iets doen dat nuttig lijkt. Wie resultaat ziet van zijn werk, heeft daar toch heel vaak voldoening van. Werken wordt zo vaak afgeschilderd als iets dat moet, maar veel gepensioneerden kijken met heimwee terug naar de tijd dat ze werkten, de tijd met hun collega’s. Toen ze samen gingen voor een bepaald doel, toen ze zelf iets konden betekenen voor hun bedrijf, maar uiteindelijk ook voor de maatschappij. Heel wat gepensioneerde patiënten van mij praten nog regelmatig over hun voormalige werk, ze zijn er trots op. Of ze zijn opnieuw aan de slag. Ze letten op de kleinkinderen, ze doen vrijwilligerswerk, ze hebben een uit de hand gelopen hobby, ze werken halftijds… Ik heb de indruk dat veel senioren – eens ze met pensioen zijn – op zoek zijn naar iets dat hen het gevoel geeft dat hun tijd nuttig besteed wordt.
De reportage over de rusthuizen maakte één en ander wakker. Meer dan eens hebben mijn ouders en ik het al over deze problematiek gehad. Niet dat ze aan een rusthuis toe zijn, en niet dat ze dat ooit zullen willen overigens, dat maakt vooral mijn vader regelmatig duidelijk.
Het beeld dat ik heb van een rusthuis, is toch vooral een zaal vol ouderen, die daar maar zitten. Hun tijd doden. Hun tijd verdrijven. Klinkt allebei even erg. In veel gevallen kunnen ze misschien niet anders, zijn ze niet meer mobiel of wil hun hoofd niet meer mee. In veel gevallen gaat het echter ook om dynamische ouderen, die best nog wel iets kunnen, en wellicht best nog wel iets willen doen.
Natuurlijk weet ik dat de verzorgenden in de meeste rusthuizen goochelen met hun tijd en hun best doen om variatie in het dag- en weekprogramma te brengen en om het de ouderen naar hun zin te maken. Maar moeten we niet eens goed nadenken over het concept van een rusthuis en of dat wel genoeg ruimte biedt voor individualiteit en verantwoordelijkheid?
In die zin kun je je afvragen of rusthuizen niet veel meer moeten worden gezien als “activeringshuizen”. Laat senioren ook in “rusthuizen” verantwoordelijkheid nemen, hun steentje bijdragen. Als die senioren dat willen, natuurlijk, en als ze ertoe in staat zijn.
Laten we eens even “out of the box” denken. Het is misschien naïef, maar het kan ook geen kwaad. Het lijkt er alleszins op dat er dringend nagedacht moet worden over alternatieven om senioren een waardige oude dag te bezorgen. Want het zijn er veel, die senioren, ze worden tegenwoordig oud en zo’n rusthuis kost een hoop geld…
Om te beginnen zou de directie van een woonzorgcentrum best de nodige verpleegkundige en psychologische kennis en vorming hebben, zodat er, samen met personeel en inwoners, een concept kan worden opgesteld dat elke inwoner de plaats en de rol geeft die hem de meeste voldoening geeft.
Een seniorenresidentie zou je kunnen bekijken als een soort “commune” (enfin, nee, laten we zeggen: “microsamenleving”), waarvan het operationele aspect grotendeels gerund wordt door de senioren zelf. Klinkt dat gek? Ik zou ze het zelf eens willen vragen, ik denk dat er velen het graag zouden willen proberen.
Nu we toch een eind weg aan het filosoferen zijn, kunnen we er ons even goed meteen een voorstelling van maken. Je zou een aantal werkgroepen kunnen distilleren: een groep “keuken” voor voorbereiding maaltijden, opdienen en afruimen, een groep “was en strijk”, een groep “administratie”, een groep “buitenonderhoud en tuin”, die onder andere instaat voor een moestuin van enkele honderden vierkante meter, een groep “kleine herstellingen”… Voor elke werkgroep heeft dan een personeelslid van de residentie de verantwoordelijkheid, om te activeren en superviseren. Ook rolstoelsenioren zijn overigens vaak nog prima in staat om nuttige activiteiten uit te voeren.
En trouwens, als we het dan bijvoorbeeld over “kleine herstellingen” hebben: laat de jeugd eens meekijken hoe je dingen ook alweer herstelt, van hun ouders zullen ze het meestal niet meekrijgen…
En om eens helemaal gek te doen: wie weet kan hierdoor de personeelskost wel worden teruggedrongen? De ene zal enkele uren per week actief zijn, de andere veel meer. Wie weet kan hun bijdrage wel in mindering worden gebracht van hun verblijfskost?
Het resultaat zal zijn dat de senioren elkaar zullen stimuleren om actief te zijn. Ze zullen minder productief zijn dan professionals, maar de “uurkost” is bijvoorbeeld maar 10% van de professionele. Maar vooral, ze zullen zich nuttig en gelukkig voelen, en dus gezonder en zelfredzamer zijn.
Ze zullen ook zelf rechtstreeks betrokken worden bij de planning van hun activiteiten, zoals het samenstellen van de menu’s, het overleg over de planning van de moestuin, het verzorgen van kippen en andere dieren. Wat is er trouwens leuker dan een wandeling te gaan maken in een tuin die ook een moestuin en dieren herbergt? Toch fijner dan in zo’n standaard tuin die een minimaal onderhoud vergt… Als de kinderen geen tijd hebben om een bezoekje te brengen, dan kunnen ze tenminste die andere ezel gaan knuffelen.
Stel je voor dat de uitbatingskost van de instelling zou kunnen dalen door de bijdragen van de senioren, dan zouden verpleegkundigen en verzorgers intenser met de echt hulpbehoevenden bezig kunnen zijn.
En natuurlijk is het de bedoeling dat de inzet van de senioren enkel op vrijwillige basis gebeurt, maar wellicht zal een groot deel van de senioren in het systeem willen meedraaien.
Het zijn natuurlijk maar hersenspinsels, het is een hoop gefantaseer en het zal het ei van Columbus niet zijn, maar we zullen toch dringend eens moeten gaan brainstormen over de enorme problematiek rond senioren, die nog enkele decennia zal blijven duren.
De minister zal het best wel goed bedoelen, maar meer personeel, meer centen en meer goede wil zullen de situatie niet verbeteren. Waarom niet verder denken en een hele nieuwe filosofie hanteren, met actievere en gelukkigere senioren als resultaat?
En uiteraard is er nog heel veel mogelijk in de niet-residentiële ouderenzorg, maar dat is dan weer een ander hoofdstuk.
Schitterend idee, en dat zal zeker werken…!!!
Het systeem ‘rusthuizen’ kan niet anders zijn dan tijdelijk. Het is een oplossing uit onmacht, een plotse zoektocht naar opvang van bejaarde(?) mensen. Toen onze mentaliteit en dienstbaarheid langzaamaan verwaterde om ouders of familie in eigen kring op te vangen en te verzorgen moest er voor ‘noodgedwongen opvang’ gezorgd worden. Gemeentebesturen vonden het hun plicht om hun bejaarde bewoners onderdak te verschaffen. Maar ook privé initiatieven zagen een lucratieve horizon. De prijzen zijn bijna onbetaalbaar geworden, ondanks dat een veelvoud aan vrijwilligers dagelijks inspringen om taken over te nemen.
Het zal nog enkele generaties duren vooraleer dit systeem op de schop gaat. Maar door bijzondere bouwprojecten, initiatieven van intelligente toekomstplanners zal de bejaarde weer mens worden. Indien niet zal de vraag naar euthanasie spectaculair stijgen. Want zij die hun hele leven gewerkt en gezorgd hebben wegsteken in een opslagloods voor bejaarden kan onmogelijk de eeuwige oplossing zijn. En de mooie folders, flyers, films en ander reclamemateriaal ten spijt is de realiteit in alle rusthuizen hard en onrechtvaardig.