Wan Toe Frie

persoonlijke blog van Frieda Gijbels

(Krokus, komkommer en corona)

Krokusvakantie, dus politiek reces deze week (reces = verlof en alweer, ik weet het). Ik had het huis eens flink onderhanden kunnen nemen, want dat was eigenlijk nodig. Ik had ook de was kunnen bijhouden of ik had naar de bibliotheek kunnen gaan en een paar boeken verslinden. Ik had de badkamer eindelijk eens fatsoenlijk kunnen schilderen. Allemaal nuttige dingen, maar het is er niet van gekomen. Eerst en vooral stonden er een paar werkbezoeken op de agenda (FAVV oftewel het voedselagentschap, een ziekenhuis en Unizo Limburg) en daarnaast heb ik nog eens kunnen werken in mijn geliefde praktijk en ondertussen kunnen bijpraten met een 25-tal patiënten. Ik weet dat je nu denkt dat je als tandarts toch niet kunt babbelen met je patiënten, maar ik kan dat wel. Op korte tijd kan je veel vertellen en veel horen ook.

En bij al die bezigheden bleek één thema telkens weer terug te komen. Het coronavirus, of wat dacht je, de talk of the town. Bij het FAVV maakten ze zich er niet al te veel zorgen over omdat het virus niet (lang) overleeft buiten het lichaam en dus niet levend uit de oven of de koelkast geraakt. In het ziekenhuis was er een stockbreuk van mondmaskers en bij Unizo stelden ze zich vragen over de impact op onze lokale economie. In mijn praktijk werden er minder handen geschud dan gewoonlijk en werden er vragen gesteld over mondmaskers. Ik moet zeggen dat de hele heisa er alvast voor heeft gezorgd dat ik mijn desinfectieskills nog eens op punt heb gesteld. Als tandarts werk je op een afstand van 10 cm van je patiënt en zit je in een besmettelijke wolk van speeksel, water, bloed en tandsteen. Bescherming van ogen, neus en mond zijn sowieso een must, voor het coronavirus net als voor eender welke andere ziektekiem. Het dreigende tekort aan mondmaskers is dus iets wat me wel wat zorgen baart.

Het toeval wil nu dat ik in de Kamercommissie Volksgezondheid thema’s als deze epidemie opvolg en dat ik de laatste dagen heel wat tijd heb doorgebracht achter mijn computer om de stand van zaken te kennen en de wetenschappelijke achtergrond uit te vlooien. Ik doe dat namelijk graag en omdat ik heb gemerkt dat er toch nog heel wat vragen en onduidelijkheden zijn, deel ik het ook graag.

Het gaat dus om een nieuw virus voor de mens, dat het eerst ontdekt werd in China (in december 2019) en dat officieel SARS-CoV-2 werd gedoopt. Dit virus is waarschijnlijk afkomstig van een dier, zoals een vleermuis, met eventueel een tussengastheer zoals een schubdier. Dat er in China ontzettend veel besmettingen geweest zijn, dat heeft iedereen die het nieuws ook maar van ver heeft gevolgd, begrepen. In het epicentrum (Wuhan, provincie Hubei) vielen de meeste slachtoffers en bleek het virus ook het meest dodelijk. Hoe dat precies komt, is niet helemaal duidelijk, maar waarschijnlijk komt dat doordat de ziekenhuizen overstelpt werden en de zorg niet optimaal kon worden georganiseerd. Tegen de tijd dat het virus andere steden had bereikt, hadden die steden zich al beter kunnen voorbereiden en konden ze ook al teren op de informatie die er ondertussen bekend was over het virus, waardoor zieken waarschijnlijk beter verzorgd konden worden en er ook minder overlijdens waren.

De exacte mortaliteit (het aantal patiënten dat overlijdt) kan nog niet worden bepaald, om twee redenen: ten eerste worden in het begin van een epidemie vooral de ernstige gevallen gedetecteerd en worden de milde gevallen minder opgemerkt. Er zullen dus wellicht meer besmettingen zijn dan gedacht, waardoor het mortaliteitscijfer (dat nu op 2% wordt geschat) uiteindelijk lager zal blijken te zijn. Van de andere kant zijn er ook mensen die nu erg ziek zijn en die nog kunnen sterven. Zij worden nu uiteraard niet meegenomen in het mortaliteitscijfer, maar kunnen de mortaliteit wel nog doen toenemen. De exacte mortaliteit kan dus pas na een epidemie worden bepaald, wanneer er gecontroleerd wordt op antistoffen in een bevolking waarin men het aantal overlijdens ten gevolge van het nieuwe coronavirus kent. Men kan dan het aantal overlijdens delen door het aantal besmettingen (mensen met antistoffen) en op die manier een correct mortaliteitsrisico bepalen. Dat is nog even wachten dus.

De mensen die overlijden, blijken vooral ouderen te zijn en mensen met een onderliggende ziekte. Vaak worden hart- en vaatziekten genoemd en aandoeningen zoals diabetes.

Je zou je dus kunnen afvragen waar we het eigenlijk over hebben. Want zo wordt dat vaak verteld, met de bedoeling om geruststellend te zijn: het zijn alleen maar 70-plussers en zieken die sterven. Nu vind ik dat weinig respectvol naar ouderen toe, maar ook naar mensen met één van de genoemde aandoeningen. Diabetes is immers een epidemie op zich en komt bij ongeveer 1 op 12 volwassen Belgen voor. Maar dat het sterftecijfer lager ligt dan dat van bv. SARS (10%) is gelukkig wel een feit.

Het probleem is echter niet zo zeer de dodelijkheid, maar wel dat het nieuwe coronavirus je nogal vaak nogal flink ziek kan maken. In 80% van de gevallen gaat het om milde symptomen, maar in 14% van de gevallen leidt het tot een ziekenhuisopname en in 5% tot intensieve zorgen. En dat is wel een duidelijk verschil met de gewone griep. Daar komt nog eens bij dat mensen nog geen basisimmuniteit hebben voor het virus. Voor de griep is die er wel. Sommigen zijn immers gevaccineerd of hebben al eerder griep gehad. Voor het nieuwe coronavirus bestaat nog geen vaccin, waardoor er een pak meer mensen besmet kunnen geraken dan bij de seizoensgriep.

De uitdaging is dus vooral om voldoende ziekenhuisbedden klaar te hebben voor het geval COVID-19 (de ziekte die door het nieuwe coronavirus wordt veroorzaakt) ons bereikt en dat zal geen sinecure zijn.

Om een epidemie beheersbaar te houden, is het daarom van belang dat er niet teveel patiënten tegelijk moeten worden opgenomen. En daar kan de overheid een rol in spelen. Wanneer we de epidemie kunnen vertragen en patiënten mondjesmaat verzorgen, dan kunnen onze ziekenhuizen en zorgverstrekkers dat aan.

En daarom is het belangrijk dat er maatregelen worden genomen. Wanneer patiënten worden gedetecteerd, is het van belang dat hun contacten worden getraceerd, zodat mogelijke andere besmette personen kunnen worden afgezonderd en opgevolgd, vooraleer ze weer anderen kunnen besmetten. Indien nodig, moeten groepen mensen worden afgezonderd, scholen worden gesloten, bijeenkomsten worden uitgesteld.

Zo kopen we tijd. En hoe meer tijd we kopen, hoe beter we onze zieken kunnen verzorgen en hoe groter de kans dat er een medicijn of een vaccin wordt klaargestoomd. We mogen ons trouwens gelukkig prijzen dat we in een land leven met excellente artsen en topwetenschappers.

Volgende week is er een actuadebat in de Kamer over het coronavirus. Ik zal de minister ondervragen over de maatregelen die ze heeft genomen. Ik zal ook vragen naar de samenwerking met de andere diensten die klaar moeten staan wanneer er een epidemie uitbreekt. En ik zal staan op een betere en heldere communicatie naar artsen en andere zorgverstrekkers, maar ook naar de bevolking.

Het heeft geen zin om te panikeren, maar het heeft ook geen zin om te minimaliseren. Door te minimaliseren zouden mensen immers kunnen denken dat er iets wordt achtergehouden (wat, voor alle duidelijkheid, niet het geval is). Of – in tegendeel – gaan ze denken dat de afgekondigde maatregelen overdreven zijn en gaan ze zich er niet aan houden.

Ik zag deze week een heel interessant informatief programma op NPO1: “Het coronavirus, feiten en fabels”. Ik kijk namelijk nogal eens naar de Nederlandse televisie. Ik vind het daar vaak veel helderder. Misschien omdat er een beetje Nederlands bloed door mijn aderen loopt, want mijn man vindt van niet. Hij verstaat die Hollanders letterlijk niet eens. Maar enfin, het concept was dus: live uitzending, met verschillende experten en de minister van gezondheid én met veel vragen vanwege de bevolking en antwoorden vanwege experten en overheid. Er werd heel duidelijk en precies geschetst wat het plan was en op welke manier de verschillende schakels in elkaar grepen. Dat lijkt me de weg om te bewandelen, als je het mij vraagt. Duidelijkheid schept vertrouwen en dat hebben we nodig. Voor onze gezondheid, maar zeker ook voor onze economie.

(De blog is wat lang aan het worden, dus over de regeringsvorming gaan we het maar niet meer hebben. Hoewel er één partij is die wel toekomst ziet in een coronacoalitie. Nodigt alleen niet zo uit, vind ik persoonlijk.)

2 gedachtes over “Crocus, cucumis et corona

  1. Miel Roussard schreef:

    Hallo Frieda, interessant om te lezen. Info kan er niet genoeg zijn. Maar…vandaag hoorde ik in een discussie een terechte bezorgdheid. Mijn dochter is huisarts, haar man (schoonzoon), wierp op dat het onzin is om een arts naar een zieke met het corona-virus te sturen. Wat als de arts zelf ziek wordt, hoeveel huisartsen zijn er in een doorsnee gemeente. Beter zou zijn dat elk ziekenhuis een aparte tijdelijke eenheid opricht waar de betrokken patiënten wél terecht kunnen. Lijkt mij ook logisch, daarom deze reactie.
    Vriendelijke groeten,
    Miel Roussard

    1. friedagijbels schreef:

      De huisarts zou zich op zijn minst goed moeten kunnen beschermen dmv aangepaste mondmaskers, maar daar schort het wel…

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: