Ik las eens in Knack Weekend het rubriekje “De Dikke van Rage: over mensen, fenomenen en objecten die het gaan maken”.
Wat me daar opnieuw opviel, was dat die nieuwe woorden etymologisch vaak niet kloppen (los van de vraag of bepaalde fenomenen echt wel een woord nodig hebben).
Neem nu het nieuwe woord “dronketariër”. Uitgelegd als “een vegetariër die vlees eet als hij dronken is. Volgens een recente studie zou 2 op de 5 vegetariërs zich in benevelde toestand laten verleiden tot pitta en co” (“zouden”, “pita”, maar we doen niet moeilijk.)
Klopt toch niet. Het achtervoegsel “tariër” slaat toch op niks? Iemand die in dronken toestand dus wat doet?
Ik heb het opgezocht. Vegetariër is afgeleid van “vegetable” (Engels). De “ta” hoort dus nog bij de “vege”, zoals ik al dacht en als je volgt wat ik bedoel. Maar ik geef toe dat het woord “vegetariër” zich niet makkelijk laat lenen voor een neologisme dat “klinkt als”, maar met de alcohol én het vlees erin verwerkt.
Heb er dus eens over nagedacht en een alternatief bedacht. Ik had echt heel weinig te doen op dat moment.
Een vleeseter is een carnivoor, zoals we allemaal weten. Ik kan mij nu wel voorstellen dat een vegetariër in dronken toestand zegt: “waarnivoor”. Voilà.