Net wanneer je dacht dat je iedereen zijn mening over het onderwerp wel had gehoord…
Over die vrouwenquota dus. Of nee, wat zeg ik, “genderquota” , want “vrouwenquota”, dat is dan weer stigmatiserend, alsof het uitsluitend over een tekort aan vrouwen zou gaan, daar in die raden van bestuur en op het politieke schouwtoneel…
Nu, om een lang verhaal kort te maken, ik vind dat het stilaan welletjes is geweest met die vrouwenquota. We zijn “er” misschien nog niet. Alhoewel, waar moeten we precies geraken? Tot er een derde vrouwen aanwezig is of hoe zat dat weer? Want dat zou eerlijker zijn? Dat zou politiek correcter zijn? Of dat zou misschien efficiënter zijn?
Nu, dat laatste durf ik nog wel te geloven. Als er meer vrouwen aan de touwtjes mogen trekken, dat zou inderdaad wel wat schelen, efficiëntiegewijs. Men zegt dan wel dat multitasken niet bestaat, maar vrouwen komen volgens mij alleszins dichter in de buurt dan mannen. En ik denk ook dat ze makkelijker eigenbelang aan de kant kunnen zetten wanneer het over het algemeen belang dient te gaan (al zal dat niet voor iedereen gelden). En ook een voordeel is dat ze niet per se het laatste woord moeten hebben. En dat de vergaderingen dus sneller afgerond zijn. En dan komen we terug bij die efficiëntie waar ik het over had.
Maar wat dan toch wel vreemd te noemen is, is het feit dat men helemaal niet verontwaardigd is over een ongelijkheid in gendervertegenwoordiging in andere beroepen. Ik denk maar aan onthaalouders, leerkrachten uit het kleuter- en lager onderwijs, aan verpleegkundigen… Want zo lang daar een overwicht is aan vrouwen, zal de perceptie blijven bestaan dat vrouwen meer geschikt zijn voor de zorg voor kleine kinderen, voor de zorg in het algemeen.
Of – misschien is dat wel zo… Misschien is het helemaal niet alleen een kwestie van perceptie en zijn veel vrouwen beter in zorg dan veel mannen dat zijn. Er zal wel een verklaring voor zijn. Een evolutionaire, ik zeg maar wat. Wat niet wil zeggen dat er geen geschikte mannen te vinden zijn voor deze jobs. Integendeel, een jonge gast die aan een opleiding kleuterleider begint, die zal dat wellicht uit oprechte motivatie doen. Want het ligt toch minder voor de hand, waardoor het vaak een bewustere keuze zal zijn. Alleen voelen minder mannen er zich toe geroepen. En moet je dat dan veranderen?
Misschien is het voor vrouwen in raden van bestuur en voor vrouwen in de politiek net zo. Het ligt net dat tikje minder voor de hand. Of misschien – mijn favoriete verklaring – is het nog eenvoudiger en zien ze de bui al van ver hangen. Misschien hebben ze geen behoefte aan het spreekwoordelijke gefoefel en gekonkelfoes. Of wie weet is het de ultieme vorm van multitasken, de sterke vrouw achter de sterke man. Het zou niet de eerste keer zijn dat je leest dat de beste ideeën thuis werden ingefluisterd, tussen de soep en de patatten. Wellicht hebben veel vrouwen niet zozeer de behoefte om zelf op die bühne te staan. En, cliché, wellicht voelen meer vrouwen dan mannen de moeilijkheden om één en ander te combineren met hun gezinsleven scherper aan. En voelen mannen die moeilijkheden dus wat minder.
Als ik uit het dagelijkse leven mag spreken, dan kan ik zeggen dat het niet altijd gemakkelijk is, avondlijke vergaderingen combineren met een man, een huis, een kat, een konijn en drie kinderen. Mijn eigen zaak en medewerkers, de beroepsvereniging, de volleybal, in lokale, arrondissementele en nationale politieke besturen. En de kinderen protesteren wel eens. En mijn man ook, want die heeft ook zijn eigen business, met nog een heleboel groeipotentieel, die hij “heus niet van plan is aan de kant te schuiven” voor mijn enthousiasme. En hij is fractieleider in de gemeenteraad, heeft zijn tennis, en zijn vrienden. Oh ja, ik heb ook nog vrienden, al moet ik daar dringend eens wat meer tijd aan besteden, anders zal dat niet lang meer duren. En dat sporten, dat krijg ik er precies ook steeds minder goed tussengewrongen.
Maar daar kiezen we dus zelf voor. Daar gaan we niet over zagen, dat proberen we te regelen door af en toe onze agenda’s eens naast elkaar te leggen en elkaar een mail te sturen. Hopen dat de grootouders af en toe inspringen. En af en toe eens flink ruzie te maken omdat er even moet worden kortgesloten waar de prioriteiten ook al weer lagen.
Vroeger was het natuurlijk anders. Toen ik klein was, werkte mijn moeder fulltime, en had ze een verantwoordelijke functie in een groot bedrijf. In die tijd, een generatie geleden, was dat allesbehalve evident. Mijn zus en ik waren praktisch de enigen van ons kleine lagere schooltje die naar een onthaalgezin gingen. Men had af en toe oprecht medelijden met ons. (Ten overvloede en omwille van mijn moeder zet ik er toch maar even bij dat we hier echt geen trauma aan hebben overgehouden, integendeel, de tijd bij “moeke” en “papa René” was fantastisch. Een warm gezin, waar ik heb leren haken, breien, cake bakken en konijnen villen).
Amper een generatie geleden was het niet evident dat een moeder uit ging werken. Op korte tijd is er enorm veel veranderd. In mijn studietijd was het heel normaal dat jongens en meisjes gingen studeren, in de tijd van mijn ouders nog niet. Nu het vrouwelijk potentieel er is, vind ik het zo uit de tijd om nu nog te gaan ijveren voor genderquota. Akkoord, de raden van bestuur zijn vaak niet transparant samengesteld, en dat men daar hier en daar eens flink in heeft moeten rammelen door het invoeren van genderquota, des te beter. Maar of dat vers bloed er nu gekomen is door nieuwe mannen of nieuwe vrouwen te introduceren, dat is wat mij betreft bijzaak.
Het is volgens mij tegenwoordig toch vooral een persoonlijke keuze. Wil je als vrouw naar de top? Dan kan dat. Zorg ervoor dat je de beste kandidaat bent voor de job. Zorg ervoor dat je het gecombineerd krijgt, maak afspraken met je eventuele partner. Als je dat niet wil, is dat natuurlijk ook prima. En hetzelfde geldt voor mannen. Ook zij moeten zorgen dat het te combineren valt. Het is tegenwoordig zo dat je als ambitieuze en capabele vrouw een voordeel hebt ten opzichte van je mannelijke evenknie. Als je voor een bepaalde functie, of een plaats op een kieslijst een man en een vrouw hebt met dezelfde capaciteiten, dan maak je als vrouw meer kans. Is dat dan gelijkwaardigheid?
Laatst was ik nog op een politieke bijeenkomst, en als ik dan eens goed om mij heen keek, zag ik eigenlijk vooral mannen. Misschien is het wel zo dat politiek vooral mannen interesseert? En dat veel vrouwen daar te verstandig voor zijn?
Maar nu is het lange verhaal dus nog niet kort geworden. Wat ik wil zeggen: ik hoop dat de verstandige vrouwen binnenkort eens opstaan en die quota afschaffen. We zijn straf genoeg om onze eigen boontjes te doppen.