Anatomie – oftewel de bouwtekening van een tand
Een tand is welbeschouwd een ingenieus stukje van ons lichaam en bestaat uit verschillende materialen. Wat ook apart is, is dat zo’n tand voor een stuk in je bot steekt en voor een stuk naar buiten piept. Het is dat stuk dat je ziet dat je natuurlijk het beste kent en dat ook het belangrijkste lijkt. Maar is dat wel zo?
Alleszins bestaat een tand dus uit een kroon (het stukje dat je ziet) en een wortel (het stuk dat in je bot zit). Binnenin de tand bevindt zich de ‘pulpa’. Dat is een streng met zenuwen en bloedvaten die zorgt voor de doorbloeding van je tand en de pijngewaarwording. De pulpa zit voor een stuk in de kroon en loopt door in de wortels van de tand (in de wortelkanalen). Langs openingen in de punt van de tandwortel(s) komen de zenuwen en bloedvaten naar buiten en daar takken ze aan op andere zenuwen en bloedvaten in het kaakbot. Wanneer de pulpa om een of andere reden geïrriteerd geraakt, dan krijg je tandpijn. Bij een ontzenuwing (of een ‘endodontische behandeling of wortelkanaalbehandeling’) wordt het pulpakanaal leeggemaakt. Maar daarover later meer.
De tand is grotendeels opgebouwd uit ‘dentine’ of tandbeen. In het dentine zitten hele kleine kanaaltjes (‘tubuli’), die eigenlijk een doorgang vormen van de pulpa naar de buitenkant van de tand. Langs de buitenkant bekeken lijkt dentine wel een zeef, met allemaal gaatjes in. In die tubuli zitten trouwens cellen (odontoblasten) die nieuw dentine kunnen aanmaken. Als dentine bloot komt te liggen, kan dat pijn doen bij aanraken of bij koude. Dat komt omdat die prikkels rechtstreeks naar de tandzenuw worden doorgegeven.
Over het dentine zit er nog een laagje: het glazuur bij de kroon van de tand en het cement bij de wortels. Glazuur is het hardste materiaal van het menselijk lichaam. En toch slagen we erin het kapot te krijgen. Glazuur is ook lichter van kleur dan dentine. Als de wortel van een tand bloot komt te liggen, dan zie je het kleurverschil.

De wortels van elke tand zitten in een tandkas in het bot en hangen in een soort hangmatje van vezels (het “parodontale ligament”) vast aan het omringende bot. Meestal is de wortel van een tand langer dan de kroon. Het is van belang dat het bot rondom een tandwortel in goede gezondheid blijft, want bij aantasting van het bot, kan een tand loskomen (dat noemen we ‘parodontitis’, maar ook daar komen we later op terug!).
Snijtanden en hoektanden hebben (meestal) één wortel. Ook premolaren in de onderkaak hebben er meestal één. Premolaren van de bovenkaak hebben er één of twee, net als molaren in de onderkaak. Molaren in de bovenkaak hebben (meestal) drie wortels. Veel ‘meestallen’ in deze paragraaf. Want moeder natuur durft al eens creatief te zijn.
Dus als je mag kiezen welke tand ontzenuwd wordt, kies er dan eentje vooraan, fijn bereikbaar en met maar één wortel. (Nu, sommige tandartsen vinden het een prachtige uitdaging hoor, zo’n kies ontzenuwen met meerdere wortels en soms ook nog meerdere pulpakanalen per wortel).
Goed. Ik heb het misschien wat ingewikkeld gemaakt. Odontoblasten, parodontaal ligament. Veel te veel informatie. Maar onthou: de kroon en de wortel. Dentine, glazuur, cement en vanbinnen de pulpa.
En wat daar allemaal mis mee kan gaan, dat gaan we later wel zien. Nog even geduld.
Beetje luguber misschien, maar wist je dat tanden uitstekend dienst kunnen doen bij forensisch onderzoek?
Doordat tandmateriaal zo hard is en moeilijk verwoest kan worden en doordat tanden uniek zijn voor elke persoon, is het een ideale methode om snel slachtoffers te identificeren bij natuurrampen, terroristische aanslagen of wanneer er bijvoorbeeld een onbekende drenkeling wordt gevonden. Daarvoor vergelijken gespecialiseerde forensisch tandartsen de resten met röntgenfoto’s, klinische foto’s of beschrijvingen uit het tandheelkundig dossier van vermoedelijke slachtoffers. Naast DNA onderzoek en vingerafdrukken is de gebitsstatus één van de primaire identificatiemethodes.
Geen idee of de gedachte dat je tanden als laatste zullen vergaan je gaat aansporen om ze goed te poetsen, maar het kan alleszins geen kwaad.